Hij was een jongeling van achttien jaren Die bij z'n meisje de liefde kwam verklaren Maar toen hij haar had van haar eer ontrukt Liet hij haar zitten met haar ongeluk 's Morgens kwam hij om haar te spreken Men zag de tranen van droefheid breken Zij sprak : Jongeman ziet wat gij doet Hetgeen ik draag is van uw vlees en bloed Hij nam haar dadelijk mee naar buiten In 't groen waar al die vogels fluiten Hij nam haar mee naar een rivier En sprak : uw laatste rustplaats is hier Hij heeft haar dadelijk vastgegrepen En nam een mes en gaf haar zeven steken Ja zeven steken, zij viel voor zijn voet Zij lag te baden in haar eigen bloed Adieu mijn vader, adieu mijn moeder Adieu mijn zuster, adieu mijn broeder Nu ga ik scheiden van de wereld af En ik ga rusten in het duister graf Ziet nu zo een moordenaar eens lopen Geen rust of duur om iets te hopen Nu loopt hij met zijn ogen vol getraan En kan z'n leven naar de gevangenis gaan