Amsterdam Middernacht Een hotel zonder sterren Een kamer met een bed en een stoel En een kast Vreemde geluiden in een vreemde stad Ik keek door de ramen, ik kon niet slapen Ik dacht Ik dacht aan een vrouw die in onschuld gelooft Ik dacht aan een moeder, en ik dacht aan de dood En ik dacht aan de rust die ik nooit meer zal vinden Ik dacht aan een kans om opnieuw te beginnen Vroeg of laat kom ik thuis Vroeg of laat kom ik thuis Vroeg of laat Kom ik thuis Ik kom thuis Ik dacht aan de toekomst en een kamer voor twee Ik zag hoe de angst voor de liefde verdween Ik dacht aan een vrouw die in onschuld gelooft Ik dacht aan een moeder, en ik dacht aan de dood Ik dacht aan de jaren, met het mes op de keel Bewonderd, gehaat en mijn angst niet gedeeld Mijn angst niet gedeeld met een vriend, met een vrouw Met iemand die wacht tot ik zeg wat ik dacht Vroeg of laat kom ik thuis Vroeg of laat kom ik thuis Vroeg of laat Breek ik hier uit En ik kom thuis Ik kom thuis Deze stad van Calvijn gaat zichzelf niet te buiten Want het vat is nog vol als de kroegen al sluiten En ik zag mezelf zoeken in een donkere straat Naar een plaats waar geen laatste ronde bestaat Vroeg of laat kom ik thuis Vroeg of laat kom ik thuis Vroeg of laat Kom ik thuis Vroeg of laat kom ik thuis Vroeg of laat kom ik thuis Vroeg of laat Breek ik hier uit En ik kom thuis Ik kom thuis Ik kom thuis Ik kom thuis