[Verse 1] Tranen vallen op je schoot, mascara op je wangen Je blijft naar hem verlangen, maar hij is al gone De kans, nee die is niet groot, dat hij terug komt in je armen en jou weer zou verwarmen [Hook] Want nu blijf je achter met een kind van een boy dat zich gedraagt als een kind (gedraagt als een kind) Ja nu blijf je achter met een kind van een boy dat zich gedraagt als een kind (gedraagt als een kind) [Verse 2] Hij beloofde je van alles en zij: 'het komt wel goed' Je wist niet wat 'ie van plan was, want hij zij het vaak genoeg Dat 'ie altijd thuis zou zijn, met jou en bij de kleine Maar nu is 'ie weg met een b**h en je kan hem niet begrijpen [Hook] Want nu blijf je achter met een kind van een boy dat zich gedraagt als een kind (gedraagt als een kind) Ja nu blijf je achter met een kind van een boy dat zich gedraagt als een kind (gedraagt als een kind) [Verse 3] Je kindje die wordt ouder, vraagt waar papa is (papa is) Want hij zegt dat niemand in de klas een papa mis (papa mis) En nu moet je gaan uitleggen, maar je weet niet wat te zeggen Want jij weet al jaren niet waar papa is (papa is) [Hook] Want nu blijf je achter met een kind van een boy dat zich gedraagt als een kind (gedraagt als een kind) Ja nu blijf je achter met een kind van een boy dat zich gedraagt als een kind (gedraagt als een kind) [Verse 4] Door je ouders word je afgekraakt (afgekraakt) Je school die is niet afgemaakt, want nu moet je werken En de huur is nog niet betaald (niet betaald) Van al je dromen ben je afgedwaald, want nu ging de wekker [Hook] Want nu blijf je achter met een kind van een boy dat zich gedraagt als een kind (gedraagt als een kind) Ja nu blijf je achter met een kind van een boy dat zich gedraagt als een kind (gedraagt als een kind) [Outro] Ik hoor teveel verhalen in mijn wijk van vrouwen, die zijn achtergelaten door hun boy En ik zeg boy, omdat ze te min zijn om een man genoemd te worden Je bent geen man als je alleen weet hoe je moet wiepen Als ze zwanger is, wees dan ook man genoeg om voor het kind te zorgen En ga niet wegrennen van je daden, want wat je achterlaat is gods geschenk