Bie: Demonstructie 3.
Koot: Slechts op zo weinig kunnen bogen dat men grote zwaarwegende indrukbogen moet gaan wekken. Twee schrijpende voorbeelden van krommunicatie.
Wim: Had u dit nou zien aankomen zoals het nu, eh, op u is afgekomen? Of, laat ik het anders stellen: leefde deze verwachting onder u? Of, eh, laat ik het anders formuleren: was u hierop nou voorbereid?
Kees: Nee, we hebben de afgelopen weken niks anders, eh, gedaan eigenlijk dan hierover vergaderen, maar binnen mij leefde deze verwachting zeer beslist niet. Wat de andere heren betreft dat weet ik natuurlijk niet, in die mate, maar ik dacht dat ook zij, of ik zou me moeten vergissen.
Wim: Het, eh, kwam dus, eh, ja, eigenlijk als een koude douche op u over.
Kees: Ja, zeer zeker kwam het dat. Het was een, eh, zeer zekere koude does. De meer dat deze koude does onverwachts kwam, hè.
Wim: Eh, die had u niet zien aankomen.
Kees: Deze doezen hebben wij in de verste verte niet zien aankomen. En ik, eh, moet u zeggen, ik krijg ook enige mate, de nare smaak, de indruk in mijn achterhoofd, dat hier getracht wordt om de zwarte piet door te spelen.
Wim: Ja, legt u zich daar nou bij neer? Of, laat ik het anders stellen, eh, gaat u, eh. Of, nee, laat ik het zo formuleren, bent u nou van plan, eh, die zwarte piet ook weer terug te spelen?
Kees: Kijk u moet het zo zien natuurlijk. Wij zitten nu met de zwarte piet, dus eerst gaan wij uitgebreid met de achterban, eh, ons verstaan over de zwarte piet. En van wat daar uitrolt ten aanzien van de zwarte piet blijft natuurlijk bepalend voor, eh, onze verdere aanpak ván de zwarte piet.
Wim: Maar voorlopig, als ik samenvattend mag afsluiten, staat u dus eigenlijk als het ware met de zwarte piet tegen de muur.
Kees: Daar komt het in grote trekken wel op neer, ja. Enne, noodgedongen zullen wij dan ook niet aarzelen om onze zwarte piet hard te maken.
Wim: Verwacht u dat nou in termen van, eh, op korte termijn?
Kees: Dat, nee, en, eh, grotendeels zeker niet vóór Sinterklaas.