In een dorp in Oost-Gelderland
Is er door administratief abuis
Een slagboom aan het spoor geplaatst
Maar tevens een andreaskruis
Ze konden samen heel goed overweg
En niemand die zich er aan stoorde
Al zei in de gemeenteraad
Een lid dat het niet hoorde
Maar ieder zong
Op luide toon
Ze was een slagboom, ze was een slagboom
Ze was een slagboom, slagboom, a.h.o.b.
En de belletjes rinkelden in het rond
(ding dong ding dongelingedong)
Ten teken dat men elkander vond
(ding dong ding dongelingedong)
Maar op een dag reed het verbitterd
Raadslid J.S. van der Gnoom
Dwars door de slagboom heen
Het einde van een mooie droom