Gedreven door wanhoop en zwaar depressief
Sprong ik laatst onder een locomotief
Toen ik weer bijkwam leed ik intense pijn
Bloedverlies en wondkoorts verdoofden mijn brein
Het moet een afschuwelijk gezicht zijn geweest
Zijn nek doorgebeten, zij snikkend ineen
Naar wat wij vernamen leek hij nog het meest
Op een mismaakte weerwolf met maar één been
Ik was nog niet dood maar wel grondig vernield
Door de trein waarin zij zat van wie ik eens hield
Liefde heeft geen zoete maar een bittere smaak
Ik zal haar treffen met een ziedende wraak
Hoewel de politie het hem ronduit verbood
Omklemde het monster haar uit alle macht
Men heeft hem uiteindelijk dan maar gedood
Haar man was vermoord, zij gruwelijk verkracht
Na wekenlang hinken langs de Franse kust
Nader ik je huis en mijn hart komt tot rust
Je silhouet heft een glas achter het gordijn
Op het moment dat wij weer samen zijn
Voor José wordt het nooit meer zoals het eens was
Ze weet niet eens meer wat er toen is gebeurd
Ze houdt in haar handen nog altijd het glas
Dat ze vasthield toen haar geluk werd verscheurd