Het was al maanden beestenweer Het moreel raakte verzwakt Men had niets te eten meer En al het brandhout omgehakt Het was hongerwinter dus het vroor nog In de tweede wereldoorlog Een gezin in Rotterdam Was nodig toe aan voedselhulp Omdat het slechts leefde van Wat kaarsvet en soms bietenpulp De muren waren vochtig en het stonk er En het hele achterhuis was
Koud en donker De bevrijding viel in mei Maar de bevrijding viel te laat De mensen dansten over straat Het gezin was er niet bij Men ging toen eens kijken daar En ontdekte op de tast Voor maanden genoeg voedselwaar In de kelder en de kast Geen enkel geluid weerklonk er En het hele achterhuis was Koud en donker