Het is zomer in Milaan Een goed geklede man Trekt de deur achter zich dicht Hij duwt er nog even tegenaan Trekt zijn jasje uit En bet het zweet van zijn gezicht Er hangt een trilling in de lucht En er rijdt bijna geen verkeer Zijn stappen klinken over straat De man blijft even staan en zucht Kan dan opeens niet verder meer Hij komt niet los van waar hij staat Hij zit vast in het asfalt Komt niet los van het asfalt Niemand helpt hem eruit
Kinderen springen om hem heen Ze gooien steentjes naar zijn hoofd Hij zit nu al vast tot aan zijn kuit Hij huilt en smeekt maar wordt Alleen maar van zijn jas beroofd Het is nu avond in de stad In de verte klinkt gezang Stratenmakers gieten daar Kokend asfalt in een gat De doffe gil duurt niet zo lang Nee niemand luistert er nog naar Hij zit vast in het asfalt Voor altijd in het asfalt Voor altijd vast