De straat is de straat
een zwangere vrouw die knipoogt en langsloopt
een kerkrat die wegglipt in de dalende zon
een gesiste bedreiging uit een donker portiek
een duo van dienders, de blik die zich afwendt
We ademen dezelfde lucht
we staren naar hetzelfde water
we wachten voor dezelfde brug
verlangen naar hetzelfde later
De straat is de straat
een labrador blaft, een reiger vliegt op
de romp van een schip gloeit in de zon
ergens schreeuwt een man moord en brand
het duo van dienders verdwijnt om de hoek
De straat is de straat
een kroeg die vol- en een kerk die leegloopt
de knal van de bal, dan gejuich op het plein
gebrul bij de buren, een schot in de nacht
het duo van dienders is nergens te zien