Het koplicht schijnt op Drenthe
nu een mistig paradijs
dat in trage nevelflarden met me meereist
de nevels die me volgen
tot aan de Afsluitdijk
die overdekt met sterren voor me uitkijkt
Op hoop van zegen op de radio
Mooi en lelijk, vals en echt
verstrengeld en verstrikt
de aanblik van het land, en ik
mijn hoofd dwaalt naar de straten waar
je danst totdat de zon opkomt
je doorzingt tot je stem verstomt
geluk zich in tranen heeft vermomd
De lichten van Oostende
de weg oranje-grijs
ik de dommelende pa**agier die meereist
Les misérables op de radio