De muziek is mooi maar amper hoorbaar
want een stoorzender is aangezet
de muziek is nieuw en onomkeerbaar
van verre zingend naast me in mijn bed
Hoe meer de zender kraakt, hoe meer hij mij zal raken
hoe meer de speaker kraakt, hoe meer mijn hart verzacht
en dan – helder voor een tel – de klank van alle nachten
en dan – hoorbaar in de ruis – de song van mijn gedachten
De muziek is mooi en onvoorspelbaar
grillig ritme dat je hart beheerst
de muziek is mooi en vreemd als leven
van al mijn helden heb ik dit geleerd