Wind noordoost, startbaan nul vijf
Tot hier hoor ik de motoren
Als een pijl schiet het voorbij
En het dreunt in mijn oren
En het natte asfalt beeft
in zijn sluierkleed van regen
Tot het loskomt en het zweeft
Het zonnelicht tegen
Boven de wolken
Moet de vrijheid wel grenzeloos zijn
Alle angsten, alle zorgen en pijn
Blijven daaronder verborgen en zijn
met wat hier zo groot en machtig toeschijnt
ginder nietig en klein!
En ik staar het heel lang na
zie het door de wolken stoeien
Zijn drie lichtjes gaan weldra
met het regengrauw vervloeien
Plotseling hebben mijn ogen loom
Het zilveren droomkasteel verloren
Slechts van ver klinkt monotoon
Het zoemen der motoren
Boven de wolken
Moet de vrijheid wel grenzeloos zijn
Alle angsten, alle zorgen en pijn
Blijven daaronder verborgen en zijn
met wat hier zo groot en machtig toeschijnt
ginder nietig en klein!
Dan wordt alles stil, ik ga
Druipend nat van voorjaarsregen
Ergens iemand wuift me na,
sterke koffie geurt me tegen.
Olievlekken op de baan
hun tapijt van regenbogen
Wolken spiegelen zich daaraan
Ik was graag meegevlogen
Boven de wolken
Moet de vrijheid wel grenzeloos zijn
Alle angsten, alle zorgen en pijn
Blijven daaronder verborgen en zijn
met wat hier zo groot en machtig toeschijnt
ginder nietig en klein!