Wat hebben ze mij altijd vernederd
Van jongs af aan - mag Israël wel zeggen
Wat hebben ze mij altijd vernederd
Maar desondanks — ze kregen me niet klein
Ze ploegden lange wonden in mijn rug
Ze hebben me opengereten
Gerechtigheid, gerechtigheid bij God
Hij redde mij uit handen van de daders
Zo gaan de mensen af, die Sion haten
Ze zullen zijn als gras op de daken
Dat is verdord — nog voor het kon gaan groeien
't is niet de moeite waard om te maaien
En niemand groet, en niemand die nog zegt:
We wensen jou de zegen van de HEER
In naam van de HEER: goede dagen
Gerechtigheid, gerechtigheid bij God
Hij redde mij uit handen van de daders
Gerechtigheid, gerechtigheid bij God
Hij redde mij uit handen van de daders
Zo gaan de mensen af, die Sion haten
Gerechtigheid, gerechtigheid bij God
Gerechtigheid, gerechtigheid bij God