Oh jawel, ochtend na ochtend
De eigen grijze straat uit,
Die troosteloze vertrouwde cocon in de rand
Van de grauwe metropool
Of jawel daar begon de ellende al
Man man, hij kon zo voorspellen waar het begon,
Daar waar uitzonderlijk veel zieligaards
Naar het centrum van de stad gezogen werden
Als tienduizenden lemmingen
Waardeloos kanonnenvlees
Dat een plicht te vervullen had
Op maandag
Op dinsdag
Op woensdag
Op de hele godganse werkweek lang
Een gigantisch infarct
Van middenkla**e gezinswagens
Die akelig perfect aansloten
Bij de middenkla**e gezinnen
Die ze met onverholen trots en een kleine,
Kleine lening aangeschaft hadden
Hij kende de plekken uit z'n hoofd
Daar waar de houten schuttingen
Bedekten wat ooit in vervlogen tijden
Een prachtige huizenrij was
Daar stond de stalen reeks op wielen meestal stil
En dan keek de man met doffe ogen naar buiten
Mitrailleur!
Mitrailleur!
Maar we blijven volhouden,
Niemand geeft ooit op
We houden ons aan de afspraak
We zijn op weg naar onze taak
Op weg naar de bloeiende handelszaak
Maar niet deze keer;
Deze dag was anders,
En iets in zijn hoofd had een gevaarlijk
Standpunt ingenomen
Z'n rechterarm streelde het wapen
Op de zetel naast hem
Zwart was het en koud
En met precisie gegoten uit dodelijk staal
Speciaal gekocht met het oog
Op die ene heerlijke opdracht,
Meer dan waarschijnlijk de enige
En meteen ook allerlaatste opdracht
Mitrailleur!
Mitrailleur!
Met een wuivend gebaartje
Liet hij de oudere man
In z'n belachelijk autootje inschuiven
Voor de allerlaatste keer
Hij deed de deuren dicht
Hij deed de ramen open
Hij zette de radio stil
Hij had de zuurstof nodig
En de stilte rondom hem
Om beter te luisteren
Naar het op handen zijnde gegil
Ontgrendelen, vergrendelen
Checken wat er in de kamer zit
Langzaam overwegen
Wie de eer en het genoegen krijgt
Van de eerste hit
Zorg dat die kogel
Zorg dat die kogel mij ook raakt
En dat hij nooit verzaakt...