Ik heb vannacht geslapen met de bruid Die me gisteren gewoon als vrouw begroette Toen ik haar in mijn stamcafé ontmoette Zag zij er niet anders dan anders uit Of misschien toch: ze had iets in haar ogen Ze leek betoverd of liever nog: bevlogen Haar vrije leven verdiende een fraai besluit En toen heb ik geslapen met de bruid Ik heb vannacht geslapen met de bruid En ik zit hier katerig aan een kop koffie In mijn doordeweekse alledaagse kloffie En zij ziet er waarschijnlijk prachtig uit Wie weet heeft ze haar echtgenoot gewroken Of wou ze nog één keer voor haar zelf koken Nog één keer proeven van verboden fruit Daarom heb ik geslapen met de bruid Waarschijnlijk zegt ze nu volmondig ‘ja’ Op de vraag die de ambtenaar gesteld heeft Ik vraag me af of ze het haar man verteld heeft
Wat ben ik blij dat ik niet in zijn schoenen sta Vannacht stonden haar nagels in mijn rug En fluisterde ze zoete zachte woorden Ik luisterde en wist niet wat ik hoorde Toen ze zei: ‘ik kan niet meer terug’ De nacht was vol met liefde juichend luid En ik voel nu ook geen enkele deceptie Ik ga vanmiddag gewoon naar de receptie Met een cadeautje voor de bruidegom en bruid En ik zal ze heel beleefd feliciteren Maar wie weet zal zij mij commanderen Dat ik moet schreeuwen duidelijk en luid: ‘ik heb vannacht geslapen met de bruid’ En de scène die daar dan van zal komen Daarover zit ze nu misschien al stil te dromen Daarom stuur ik denk ik maar een telegram En word dronken in mijn kroeg in Amsterdam