De mens is slechts een hobbezak, gevuld met vlees en ingewanden
Het leven slechts een opeenvolging van goedbedoelde misverstanden
De wereld is een nare plek, walgelijke mensen hebben alles in handen
Niet huilen b**h verman je, spoel die tranen weg, drink je champagne
De mens is enkel en alleen een werktuig van het lot
Een hersenloze organenma**a, verblind door tijdelijk genot
Voor rede te dom en voor logica te zot
Voor zeden te corrupt en voor mores te verrot
Het leven is nu eenmaal niet meer dan een langgerekt groot gedoe
Een hele flauwe saaie mop met een lang vervlogen clou
Een eindeloze aaneenrijging van sociale onhandigheden
Er wordt wat afgegleden onder malle omstandigheden
De wereld is een vuilnisbelt met schimmels en bacteriën in veelvoud
Mensachtige kakkerlakken, bloeddiamanten en pisgeel goud
Er bestaat geen goed, er bestaat geen slecht, het is in zijn geheel fout
En de tonijn is bijna uitgegroeid, dus ik hoop dat u van makreel houdt
Kunst en cultuur en wetenschap zijn allen waanideeën
Zelfs de omhoog geheven varkenssnuit gaat uiteindelijk naar beneden
De mens is exact even elegant als wanneer twee paarden vreeën
Liters zaad, een hoop gehinnik en op de koop toe paardenbeten
Is nu de conclusie om er vroegtijdig uit te stappen, om het eeuwige uiltje te knappen?
Nee, maar je begint het bijna te snappen
Was die wijventranen uit je waffel, begin je eigen op te knappen
Vraag niet meer hoe, waarom of wat, ik ga het einde toch niet verklappen?