Linnea, wat wil je horen?
Een lied van de zuidenwind?
Gedichten als rijpend koren
Muziek, die vanzelf begint?
Nou heb ik wel twee gitaren
En daar brom ik zo'n beetje bij
Maar vind jij dat wel genoeg, Linnea
En hou je nog wel van mij?
Zit jij nog thuis, Linnea
Het venster is wel verlicht
En wacht je op mij, Linnea,
Of lees je een echt gedicht?
Ik twijfel en mijn vrienden
Die slaan mij op mijn rug,
Ze zagen hoe ik griende, Linnea
En dronken werd, veel te vlug.
Linnea, ik ga verliezen
Als jij niet in mij gelooft.
Misschien gaat het morgen vriezen
En dan is het vuur gedoofd.
Je weet, hoe ik jou kan warmen
Veel beter dan wie dan ook,
En denk ik aan je zachte huid
Dan raak ik al van de kook.
Linnea, je bent m'n teugel
En ik een onwillg paard
Ik kan niet meer door de beugel
En dat is geen stuiver waard.
Maar wat je vandaag moet horen
Al is dat geen mooi gedicht,
Is dat ik jou zal vinden, Linnea
Desnoods met mijn ogen dicht!
Linnea, ik rijg mijn woorden
't zijn stenen aan raveltouw.
Ik ram met gitaarakkoorden
Maar dat doe ik alleen voor jou.
En als dit soms te rauw klinkt
Dan gaat dat nooit voorbij
Ik kan niet anders zingen van liefds
Zo hield je eenmaal ook van mij ...