Ze hoort hoe hij de trap op komt Hoe hij zachtjes in zich zelf praat Z'n sleutels uit zijn jaszak haalt En ze drie keer vallen laat Ze hoort de sleutel in het slot De deur die toch al open stond Ze weet z'n schoenen in z'n hand Ze hoort zijn schoenen op de grond Hij zal niet zeggen waar hij was Zij zal er niet over beginnen Ze is van buiten nog zo sterk Maar zo moe van binnen Morgen is ze weg Want ze heeft het wel gehad Zo gaat het nu al jaren Ze weet niet eens meer zeker Of zo ooit gelukkig waren Maar morgen is ze weg Morgen is ze weg Ze ziet hem door haar wimpers heen Hij heeft één lichtje aangedaan Nu krijgt hij z'n bloes ni.et uit Want hij heeft z'n jas nog aan En ze ruikt hem als hij naast haar ligt Met open ogen, op z'n rug Hij mompelt weterusten Zij zucht iets onverstaanbaars terug Hij zal niet zeggen waar hij was Zij zal er niet over beginnen Ze is van buiten nog zo sterk Maar zo moe van binnen Morgen is ze weg Morgen is ze weg Al zo veel nachten zo gelegen Al zo vaak bij hem weggegaan Al zoveel anderen ontmoet En als zo vaak niet gedaan Maar morgen is ze weg Morgen is ze weg Is ze weg Ze heeft het wel gehad Ze heeft het lang genoeg verborgen Lang alleen zal hij het niet redden Dan zal een ander voor hem zorgen Maar morgen is ze weg Morgen is ze weg Of anders overmorgen