Ik kwam hier in een ruimteschip. En binnenkort laten ze me weer gaan. Zie je dat daar, op die foto is mijn tante. Ze kijkt me dag en nacht aan. Ik ben niet bang voor god of muizen. Alleen voor de dingen in mijn hoofd. Maar als ik vanaf nu goed luister en gehoorzaam, wordt het vanzelf rustig, dat hebben ze beloofd. Blijf bij nu, hou stil echt, je voelt alleen een prikje. TV aan, daar zijn ze, wit, rond, glas, bloed. Er is een vrouw hier, ze is er alleen 's nachts. Ze heeft een sleutel en een licht. En steeds als mijn hoofd dreigt te gaan slapen in het donker, dan komt ze binnen en schijnt in mijn gezicht. Ze stellen steeds dezelfde vragen, wil je appelstroop of lever op je brood? Om acht uur is er ranja en een praatje. Er vliegen hier wel vogels, maar die gaan vanzelf dood.